Urk: ‘Het dialect dat mag nu weer’

27 oktober 2021

‘Een tijger, een tijger,’ de bruine ogen van de twee-jarige Jane stralen als zij de tijger in het grote dierenboek aanwijst. Boekenbasmoeder Francien Wezelman – Hartman beleeft zichtbaar plezier aan de interactie met het kleine hummeltje. Jaarlijks worden er op Urk om en nabij de honderd eerste kinderen geboren. Tachtig procent van die kinderen wordt vanaf de vierde maand voorgelezen door een Boekenbasmoeder.

Vrijwilligsters die de eerstgeborene thuis bezoeken als ze: 4, 6, 9, 12, 16, 20 en 24 maanden zijn. De laatste twee keer, met 26 en 28 maanden, sluiten ze af in de bibliotheek en in het kindcentrum. Martina Loot, moeder van kleine Jane geniet van het schouwspel: ‘Als ik ‘s morgens tegen Jane zeg de boekenmevrouw komt vandaag, dan wordt ze al enthousiast.’

Met vier maanden, tijdens het eerste bezoek, legt Francien aan de moeder uit hoe belangrijk het sociale contact met haar kind is. Dat ze tijd mag nemen om samen met haar baby/peuter te lezen en te praten. Dat het kindje zich daardoor gelukkiger en veiliger voelt. ‘Sommige ouders doen dat niet en juist voor hen is het heel goed dat dit project bestaat.’

Boekenbas is welkom in de Urker gemeenschap omdat het zonder stigma aan iedere eerstgeborene aangeboden wordt. ‘Je komt niet bij een gezin omdat er iets is. Dat is het succes.’ De vrijwilligers ontvangen een royale onkostenvergoeding waardoor het werk niet vrijblijvend is. De voorleesmoeders krijgen ieder jaar een training, een lezing over taalontwikkeling en twee keer per jaar een evaluatie. Zo delen ze hun ervaring en kennis met professionals.

Dagmar Stam

Corien Scheele is sinds 2002 projectcoördinator Boekenbas bij FlevoMeer Bibliotheek op Urk. Gelijk vanaf het begin in 1998 was Boekenbas al een succes. Het plan is in samenwerking met Staphorst ontwikkeld en heeft alles te maken met het dialect en de christelijke identiteit van de twee gemeentes. In samenwerking met Dagmar Stam is destijds een boekenserie ontwikkeld die past bij die identiteit van beide dorpen. De personage Bas is daarvoor verzonnen en daar is al het materiaal omheen gemaakt.

‘Toen nog spraken diverse onderwijsorganisaties in een platform met elkaar over de invloed van het dialect op de taalontwikkeling in het Nederlands, veel kinderen kwamen met een te beperkte woordenschat op school. In de loop der jaren zijn de inzichten veranderd, het dialect mag tegenwoordig naast het Nederlands als tweede taal. Maar het concept zoals de bezoeken aan de gezinnen, de materialen die we brengen en de tips, die zijn onveranderd gebleven.’

‘Dat hele dialectverhaal speelde vooral rond 2000. Het onderwijsachterstandbeleid kreeg vorm. Langzaam maar zeker ontstond het inzicht dat het dialect niet langer de hoofdreden is om mee te doen aan Boekenbas. We pakken het inmiddels net zo aan als bij andere mensen die een tweede taal spreken. We leggen er wel de nadruk op dat je zowel het dialect als de Nederlandse taal goed moet spreken. Het Urkers is nogal kort door de bocht.’ Francien: ‘Een Urker zegt bijvoorbeeld heel vaak die, dat deze. Dat ding daar, die dat. Ik betrap mezelf er ook weleens op. Ik doe dit project nu zeven jaar en benoem tegenwoordig alles. Ik adviseer iedere moeder dat bij haar kind ook te doen. Mijn oudste dochter wordt twintig en ook ik heb een Boekenbasmoeder over de vloer gehad, zij inspireerde mij. Inmiddels bezoek ik iedere week wel drie gezinnen, ik vind het zo mooi om te doen.’

Samenwerkingspartners

De samenwerkingspartners binnen dit project zijn: de Zorggroep Oude en Nieuwe Land, de jeugdverpleegkundige die ook altijd bij de evaluaties van de Boekenbasmoeders aanwezig is, de gemeente vanuit een lokaal educatieve agenda waar de werkgroep 0 tot 12 onder hangt, de bibliotheek, logopedie, IB’ers (individueel begeleiders) van de kindcentra, de scholen en de zorggroep. Binnen dit overleg wordt gesproken over de voorschoolse educatie, daar is veel draagvlak voor.

Jonge gemeente

Urk is een jonge gemeente en volgens Corien honderd procent bereid om die VVE-kinderen (voor- en vroegschoolse educatie) te bereiken. ‘Ik doe de projectaanvragen voor Boekenbas en schrijf de onderbouwing daarvan. Van de week heb ik de beschikking voor 2022 binnengekregen. Het gaat telkens om een beleidsperiode van vier jaar en Boekenbas zit er onveranderd in. De gemeente heeft het Boekenbasproject in het hart gesloten en omarmd omdat het zo succesvol en stabiel is. Het najagen van resultaten? Ja, dat is lastig met dit soort projecten, je kunt ze niet zo goed meten. De eisen vanuit het rijk en onderwijs worden steeds hoger, het is nooit klaar. Onze collectie peuterboeken wordt veel geleend, zoiets kun je bijvoorbeeld wel meten.

Wij behoren momenteel tot een van de rijkere gemeenten als het op VVE-gelden aankomt. Op dit moment kunnen we nieuwe projecten ontwikkelen. We gaan een Boekenbasplus opzetten voor onder andere Eritrese gezinnen die hier wonen, de statushouders. Dat wordt een intensieve variant. In plaats van vier keer per jaar gaan we om de twee weken naar de eerstgeborene in deze gezinnen toe. Zo leren we hen dat thuisactiviteiten met de kinderen ondernemen heel belangrijk is.’

Werving

Corien heeft er geen problemen mee om vrijwilligers te werven dat gaat in het dorp van mond-tot-mond. ‘Een groot compliment aan de gemeente, ik vind het bewonderenswaardig dat zij er zo de waarde van inziet. Het project is vooral bedoeld om het interactieve moment met het kind te bevorderen en om boekjes binnen de gezinnen te brengen. Daarom mogen de moeders en kinderen het materiaal houden. Het is ontzettend leuk om te doen en omdat we nu wat teruglopen naar tachtig procent deelname krijgen we soms een tip van het consultatiebureau of we in een gezin voor het tweede kind willen gaan. Dat mag van de gemeente. Ook in gezinnen waarin een kindje met een beperking is, gaan we voor de tweede. Het is dan meestal dezelfde Boekenbasmoeder die gaat.

Weigeren

‘Sommige gezinnen weigeren. Ze zijn bijvoorbeeld bang dat ze voor Boekenbas moeten betalen. Vóór de wet AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) werden alle nee-

zeggers gebeld en werd hen verteld dat het gratis was, of werd aanvullende informatie gegeven. Het werd dan vaak een ja. Sinds de invoering van de wet AVG krijgen wij die gegevens niet meer en kunnen we niet nabellen. Dat is zonde. We zijn daardoor van negentig naar tachtig procent deelname gegaan. Het gaat hier om een gesloten groep die we eigenlijk graag willen bereiken. Gelukkig zijn er in de loop der jaren andere initiatieven ontstaan uit datzelfde platform en zo langzamerhand wordt het netwerk weer gesloten rondom de kinderen die mogelijk een VVE-indicatie hebben.’

Topboekenbasmoeders

‘Ik gun dit project aan iedere gemeente, maar je moet op vrijwilligers kunnen rekenen die dit jarenlang blijven doen en daar hebben wij met onze Boekenbasmoeders op Urk veel geluk mee. We zijn gewoon blij dat dit project zowel van de gemeente als van de bibliotheek mag blijven bestaan. En Francien? Zij is een van onze ruim twintig topboekenbasmoeders, we zijn blij met haar.’